Sint Elisabeth van Thüringen, prinses van Hongarije
In of rond 1516 kreeg het gasthuis aan de Bagijnenstraat in de binnenstad van Deventer de naam ‘Het Sint Elisabeths-Gasthuis’. Het Sint Elisabeth’s of Groote Gasthuis te Haarlem en ‘Het Sint Elisabeths-Gasthuis te Deventer zijn beiden genoemd naar een heilige, die van 1207 tot 1231 leefde.
Slechts 24 jaar leefde Elisabeth, doch vier jaar na haar overlijden werd ze al heilig verklaard (Paus Gregorius IX in 1235 te Péouse); overigens zeven jaar na degene wiens leefregel ze trouw volgde: St. Fransiscus van Assisi. Elisabeth werd geboren in Presburg, de residentie van de Hongaarse koningen in Bratislava/Slowakije. Om politieke redenen stond men haar al op vierjarige leeftijd af als toekomstige bruid aan de zoon van de landgraaf van Thüringen en Hessen. Elisabeth werd vervolgens samen met haar toekomstige echtgenoot, Ludwig IV, op de Wartburg nabij Eisenach opgevoed. Toen Elisabeth dertien jaar was trouwde zij met Ludwig. Het huwelijk was van een volmaakte toegewijdheid. Wel maakte Ludwig zich dikwijls zorgen over de overdreven devotie van zijn jonge vrouw, die ’s nachts herhaaldelijk opstond om naast haar bed langdurig te bidden.
Elisabeth had een bijzondere affectie voor de armen, die zij opzocht in Eisenach en in de wijde omgeving. Zij bracht hun voedsel en geld, alles zeer tegen de zin van de hofhouding en haar schoonmoeder. Zelf at ze zo sober mogelijk en probeerde ze haar omgeving te overtuigen dat dit voor een oprechte Christen de enig juiste instelling was. Bij haar tochten naar en in de stad ontmoette zij ook vele zieken. Zij verzorgde ze dikwijls persoonlijk, tot schrik en afkeer van haar omgeving. Haar man sterkte haar in deze edelmoedige houding en het ligt voor de hand dat verhalen die de ronde gingen op den duur uitvloeiden tot wonderen, die haar heiligverklaring hebben ondersteund. ‘Eens was zij langs een bergpad op weg naar Eisenach toen zij haar man met enkele jachtgenoten te paard plotseling op een kruispunt van wegen ontmoette. Onder haar wijde mantel droeg zij levensmiddelen, die bestemd waren voor de armen en zieken. Ludwig vroeg wat zij onder haar mantel verborgen hield, waarop deze opengeslagen werd en wat bleek, het voedsel was veranderd in een bos witte en rode rozen’. Bij afbeeldingen van Elisabeth wordt daarom altijd herinnerd aan dit wonder met de rozen.
De jonge landgraaf stierf in 1227 op weg naar het Heilige land tijdens de vijfde Kruistocht. Een jaar later trok Elisabeth zich terug in een klooster in Marburg aan de Lahn, omdat haar leven op de Wartburg ondragelijk was geworden mede door toedoen van haar hofhouding en haar schoonmoeder. Elisabeth riep ernstige bezwaren op bij deze landgravin Sophie, die haar extreme devotieneigingen en haar aversie tegen het weelderige en drukke leven op de Wartburg niet deelde. In Marburg/Lahn stierf ze, vermoedelijk aan longtuberculose.
Oud geneesheer-directeur van het Elisabeths Gasthuis in Haarlem, dr. P.A. Heeres, heeft voormelde informatie verzameld en schrijft in 1970 ‘Van het leven van Elisabeth is betrekkelijk veel bekend. Tal van schrijvers hebben zich met deze merkwaardige figuur uit de Middeleeuwen beziggehouden. Haar beeld is vervaagd door de vele legenden die om dit leven zijn ontstaan, en door de wonderen die men haar heeft toegedicht. Niettemin, het feit, dat ook na de Reformatie de naam heilige Elisabeth is gehandhaafd, betekent dat men de betekenis van deze vrouw voor het ziekenhuiswezen onmisbaar achtte’.
Bij de officiële opening van het nieuwe Brinkgreven te Deventer in 1992 werd ook een kunstwerk vervaardigd door de beeldhouwer Jeannot Bürgi. Het is een bron in de vorm van een roos, gemaakt uit rosé marmer, die een mooie plaats kreeg midden in het parkachtige landschap van dit prachtige landgoed.
Lees het volledige geschiedenisverhaal ven Elisabeth van Thüringen.